Neem de tijd om te wennen aan volle ademhaling, forceer je ademhaling niet, blijf ontspannen, en stop bij een gevoel van onbehagen of vermoeidheid.
Vol ademen: altijd een pauze na het uitademen. Adem dieper dan normaal.
Neus-ademhalen:
Adem in en uit door de neus: voller, langzamer en dieper. Balans tussen in en uit.
Daarna focussen op in ademen, dan op uit ademen.
Mond-rietjes-ademhalen:
Adem volledig door de mond als met een rietje. Adem uit met geluid.
Open-mond-ademhalen:
Adem vol in door de open mond. Adem uit met geluid (bijvoorbeeld: als een briesend paard).
Opnieuw, adem in door de neus, uit door de mond, dan
in door de mond, uit door de neus.
3
min